Rente

De werkelijke tarieven van zowel de lange als de korte rente zijn lager gebleken dan wat er ten tijde van de begroting werd verwacht. De grootste oorzaak dat de rente zo laag blijft kan vooral gevonden worden in het feit dat de Europese Centrale Bank het gehele jaar nog staatsleningen op heeft gekocht. De resultante hiervan is dat er nog steeds grote hoeveelheden geld in de economie worden gestopt met als gevolg dat de marktrente kunstmatig op een laag niveau blijft.

De lagere rente heeft effect op het product financiering. In de begroting houden we rekening met een hogere renteomslag. Dit is het tarief wat we doorberekenen aan programma’s, producten, investeringen en grondexploitaties. Het voordeel wordt behaald door deze af te zetten tegen de rente die we betalen voor het aantrekken van geld.

bedragen x € 1.000.000

Renteschema

Programma-rekening 2016

Programma-begroting 2017

Programma-rekening 2017

a.   De externe rentelasten

10,1

+

10,0

10,1

b.   De externe rentebaten

3,5

-

3,5

3,0

A. Totaal door te rekenen externe rente

6,6

=

6,5

7,1

c. Rente grondexploitatie (2,5%)

5,3

-

4,8

5,4

c. De rente van de projectfinanciering

0,0

-

0

0,0

B. Rente Grondzaken en projectfinanciering

5,3

=

4,8

5,4

C. Saldo door te rekenen externe rente (A-B)

1,3

1,7

1,7

d1. Rente over het eigen vermogen

2,1

+

2,3

2,1

d2. Rente over de voorzieningen

1,9

+

1,9

1,9

D. rente over eigen financieringsmiddelen

4,0

=

4,2

4,0

De toegerekende rente (3%)

6,7

+

6,8

6,8

Aan de taakvelden toe te rekenen rente (C+D)

5,3

-

5,9

5,7

Renteresultaat taakveld Treasury

1,4

=

0,9

1,1

Intern wordt er met een renteomslag gerekend van 3%. De daadwerkelijke aan taakvelden toegerekende rente zoals uit bovenstaande tabellen blijkt, is lager gebleken. Hierdoor wordt er een hoger renteresultaat behaald van circa € 0,2 miljoen op het taakveld treasury.