Ontwikkelingen

Maatwerkvoorziening
Per 2017 zijn de inkomensondersteunende regelingen fors verruimd. Zo is de inkomensgrens verruimd tot 130% van het sociaal minimum, zijn er meer kindregelingen, zoals de verstrekking van een laptop en/of fiets voor de doelgroep die voor het eerst naar het voortgezet onderwijs gaat. Verder is de ‘voorziening schulden’ geïntroduceerd, een voorziening waarbij wij als gemeente de mogelijkheid hebben om kleine schulden (tot € 5.000) over te nemen. Doordat gemeente de schulden overneemt, hebben inwoners meer ruimte om de bouwen aan hun zelfredzaamheid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een jongere die geen studiefinanciering kan krijgen omdat hij/zij schulden heeft. Door de schuld over te nemen kan de jongere studiefinanciering krijgen en bouwen aan zijn/haar zelfredzaamheid.
De Visie op schulddienstverlening Ede-Wageningen is per 2017 aangescherpt. In deze visie wordt nog eens aangegeven dat de schulddienstverlening drempelloos is. Dit betekent dat elke inwoner geholpen wordt. Verder is de visie er op gericht om schulden te voorkomen (preventie) en het tijdig signaleren en aanpakken van schuldenproblematiek (vroegsignalering). Door in te zetten op deze werkwijzen proberen wij de inwoner, waar mogelijk zelfredzaam te maken. De inzet van ondersteuning en nazorg is daarbij een belangrijk instrument.
In 2017 is hulp bij het huishouden verbreed naar thuisondersteuning door het aanbieden van een basispakket thuisondersteuning (inclusief signalering) en het meer verbinden van thuisondersteuning met het welzijnsveld. Naast de maatwerkvoorziening is er tevens een algemene voorziening thuisondersteuning gerealiseerd. De thuisondersteuning voor zwaarbelaste mantelzorgers is voor minimaal twee jaar gecontinueerd.

In 2017 zijn we gestart met het regionale project actieve regie op casuïstiek jeugd. De poortwachtersfunctie voor Ernstige Enkelvoudige Dyslexie heeft zich doorontwikkeld tot een aanpak waarbij er nauwe samenwerking is tussen onderwijs, ouders en behandelaars.  

In het najaar van 2017 is de pilot Ede west gestart. De pilot beoogt een impuls te geven aan de transformatie. Binnen de pilot worden randvoorwaarden gecreëerd om het principe De cliënt centraal te optimaliseren onder het motto: Doen wat nodig is. Er is ruimte voor innovaties om maximaal maatwerk te leveren, een leerprogramma voor professionals waarin vernieuwing, lef en integraliteit worden gestimuleerd, administratieve last wordt teruggedrongen en de cliënt steeds beter in positie wordt gebracht om zelf regie te voeren. De pilot heeft een looptijd tot oktober 2019.

Werk en participatie
Doorontwikkeling Wmo en Participatie
In 2016 heeft Ede de keuze gemaakt om de transformatie van de drie decentralisaties, te weten de Edese aanpak en werkwijze, in 2017 verder te intensiveren. Het gaat om intensivering van de gewenste verschuiving van formele naar informele ondersteuning (door de inzet van vrijwilligers) en van individueel naar groep (door het creëren van ontmoetingsplekken en ondersteuningsarrangementen). Daarnaast is er een proces met aanbieders gestart om meer te sturen op resultaten, eventueel via resultaatfinanciering.
Daarnaast is het uitgangspunt dat kwetsbare inwoners blijven zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen, al dan niet met ambulante begeleiding, of duurzaam uit kunnen stromen uit de maatschappelijke opvang of beschermd wonen.

Doorontwikkeling transformatieproces regionale inkoop jeugdhulp
Met alle jeugdhulpaanbieders wordt in regioverband (FoodValley) samengewerkt aan een gezamenlijke transformatieagenda. Deze transformatie moet in de komende jaren gaan leiden tot een ondersteuningsaanbod voor kwetsbare jeugd dat aansluit bij de inhoudelijke ambities en werkwijze van de gemeente Ede.

Beëindiging Permar en bouw lokale infrastructuur voor de Participatiewet
De gemeenteraad heeft in mei 2016 de koers voor de toekomstvisie Permar en de uitvoeringsrelatie met de Participatiewet vastgesteld. Permar wordt per 1 januari 2018 opgeheven. Wij bouwen in 2017 aan een lokaal participatiebedrijf voor de dienstverlening aan alle doelgroepen van de Participatiewet.

Toename aantal statushouders in de gemeente
De ambitie is dat deze nieuwe inwoners goed en snel inburgeren, integreren en participeren door middel van werk of onderwijs en opleiding. Dit vraagt om extra activiteiten en een integrale aanpak met wonen en werk. Er is samenwerking met maatschappelijke partners en werkgevers in afstemming met de arbeidsmarktregio FoodValley.

Inkomensvoorziening
In 2017 is het aantal uitkeringsgerechtigden voor het eerst sinds 2012 weer gedaald. Deze dalende trend is zichtbaar vanaf het tweede kwartaal.

Wat willen we bereiken? & Wat hebben we daarvoor gedaan?

Wat heeft het gekost?

Wat heeft het gekost?

Toelichting

Maatwerkvoorziening
Aanvullend Inkomen   € 500.000 N
Alle regelingen in het kader van aanvullend inkomen zijn open eind regelingen. Hierdoor is het lastig om te voorspellen of de beschikbare middelen volledig worden besteed of worden overschreden. In januari 2017 is het beleid herijkt en opengesteld voor een grotere doelgroep t.w. tot 130% van het sociaal minimum. Dit betekent voor 2017, dat een tekort is ontstaan, vooral door een toename van het aantal inwoners dat een beroep moet doen op de vergoeding voor kosten bewindvoering. Daarnaast is er een stijging in het aantal mensen dat een beroep doet op de collectieve zorg verzekering en de regeling hogere zorgkosten. In totaal is het gebruik van alle regelingen toegenomen, ook door een stijging in het aantal statushouders. Tegenover dit laatste onderdeel staat een vergoeding van het rijk voor de verhoogde asielinstroom die wordt verklaard op programma 8. Na verrekening met het overschot op programma 8 en programma 2 is het nadeel op dit product € 100.000.

Jeugdzorg (Act. 2017: € 300.000 V)   € 2.450.000 N
De kosten jeugdzorg zijn in 2017 sterk gestegen en € 2,8 miljoen hoger dan begroot. Dit is een overschrijding van circa 12%. De stijging doet zich met name voor op de onderdelen verblijf en ambulante zorg. In de kostenontwikkeling wijkt de gemeente Ede niet af van het landelijk beeld dat de zorgkosten hoger zijn dan het beschikbare budget. In het bestuursakkoord tussen Rijk en VNG is dit knelpunt ook onderkend. Of dit resulteert in een financiële bijstelling is nog onzeker.
In 2018 zal een nadere analyse worden gedaan om te komen tot maatregelen en die financiële consequentie worden betrokken bij de bij de Perspectiefnota 2019-2022.
Jeugdzorg is een open-eind regeling die mede door de complexiteit lastig voorspelbaar blijkt. Uit voorgaande jaren wordt een resultaat van € 0,4 miljoen voordelig verwacht zoals reeds in de actualisatie 2017 is gemeld. Dit zit met name op de persoonsgebonden budgetten (PGB).

Begeleiding, dagbesteding etc. (Act. 2017: € 1.100.000 N )   € 1.500.000 N
In tegenstelling tot de afgelopen jaren zien we voor 2017 een nadeel. De kosten zijn in 2017 € 1,1 miljoen hoger dan in 2016. De kostenstijging betreft zowel zorg in natura (€ 0,6 miljoen) als de persoonsgebonden budgetten (€ 0,5 miljoen). Deze stijging wordt voor een deel gecompenseerd door verkregen loon-en prijscompensatie. Per saldo resteert een nadeel van € 0,75 miljoen.
De hogere kosten zien we vooral terug in de gewenste toename van dagbesteding. Hier tegenover zou de individuele begeleiding af moeten nemen. Deze afname zien we echter nog niet terug, omdat we te maken hebben met een relatief zwaardere doelgroep (gevolgen vergrijzing en langer thuis blijven wonen). Dit uit zich in een lichte toename van het aantal cliënten en een grotere inzet van (specialistische) begeleiding.
Naast het nadeel op de kosten hebben we nog een nadeel van € 0,75 miljoen vooral door de taakstelling van het objectieve verdeelmodel. Om deze naar de toekomst in te vullen gaan en kunnen we ook breder kijken dan alleen de begroting van begeleiding en dagbesteding.

De ontwikkeling van het budget en de kosten over de periode 2015-2017 ziet er als volgt uit:

Voor 2018 is de uitkering nagenoeg gelijk aan die van 2017 en daarmee ontoereikend om het huidige (geschatte) niveau van zorg te bekostigen. Daarbij wordt ingeschat dat de kosten gezien bovenstaande autonome ontwikkelingen nog verder gaan stijgen. Nader onderzoek door een opgavegerichte sprint vindt momenteel plaats en is een samenspel van burger, aanbieder en gemeente, waarbij naast Wmo ook Welzijn wordt betrokken. De uitkomsten worden bij de komende perspectiefnota betrokken.

Begeleiding, dagbesteding etc. - overige resultaten    € 150.000 V
In de afwikkelingen van de jaren 2015 en 2016 zien we nog geringe nadelen bij de zorg in natura en voordelen bij de persoonsgebonden budgetten. Daarnaast hebben de hogere kosten 2017 ook geleid tot een licht hogere opbrengst aan eigen bijdragen. Per saldo een voordeel van € 150.000.

Maatschappelijk opvang (Act. 2017: € 50.000 N)   € 182.000 V
Verrekenen met reserve (Act. 2017: onttrekking € 50.000 V)   € 182.000 N
Op de regionale maatschappelijke opvang is extra geïnvesteerd. Niet alleen de tijdelijke uitbreiding van de Maatschappelijke Opvang (14 kamers voor alleenstaanden aan de Nieuwe Stationsstraat en twee gezinsappartementen), maar ook tijdelijke uitbreiding van de beleidscapaciteit en sterkere inzet op preventie. Hierdoor is het in de gehele regio mogelijk bemoeizorg bij (dreigende) dakloosheid in te zetten ter voorkoming van gebruik van de Maatschappelijke Opvang. In 2017 zijn met regiogemeenten afspraken gemaakt over lokale inzet die bekostigd wordt uit de doeluitkering Maatschappelijke Opvang. Tenslotte is een plan van aanpak opgesteld voor het project 'Housing first'. Bij de vaststelling van de definitieve subsidies 2016 is een gering voordeel ontstaan. De rekening 2017 valt positiever uit dan gedacht bij de actualisatie. De redenen hiervoor liggen in lagere kosten van individuele begeleiding door MO-instellingen en vooralsnog lagere kosten bemoeizorg.  Een deel van het voordelige resultaat wordt in 2018 besteed. Tenslotte bestaat op deze activiteit een nadeel door een verschuiving van kosten van het project Nudehof, deze zijn namelijk op de preventieve opvang geraamd. Het rekeningresultaat is verrekend met de reserve Maatschappelijk Opvang.

Thuisondersteuning (Act. 2017: € 300.000 N )   € 80.000 N
Voor de thuisondersteuning zien we bij de maatwerkvoorzieningen een gering nadeel. Het nieuwe beleid met een algemene voorziening kent een voorzichtige start, waardoor nu meer cliënten in de maatwerkvoorziening blijven dan verwacht. Een eventuele omzetting vindt overwegend plaats op het moment van herindicatie. De ontvangen inkomensafhankelijke eigen bijdrage (CAK) op de maatwerkvoorzieningen valt vanwege het hogere gebruik ook hoger uit. Het nadeel van per saldo € 80.000 wordt gecompenseerd door voordelen op de algemene voorziening (zie programma Preventieve ondersteuning).

Beschermd Wonen (Act. 2017: € 745.000 N)   € 1.675.000 V
Verrekenen met reserve (Act. 2017: onttrekking € 745.000 V)   € 1.675.000 N
In 2017 is de lijn van de ambulantisering verder doorgezet. Als gevolg hiervan hebben minder inwoners een beroep op Beschermd Wonen gedaan dan voorheen. De nieuw ontwikkelde (lokale) extramurale arrangementen GGZ hebben hier een bijdrage aan geleverd, door het ‘gat’ tussen Beschermd Wonen en zelfstandig wonen met ambulante begeleiding te dichten. In 2017 bestaat een voordeel van circa € 1,7 miljoen.

In 2017 is het beroep op Beschermd Wonen dus lager dan verwacht, waardoor een voordeel van € 0,7 miljoen (4,6% van het budget) bestaat. Daarnaast is de verwachte daling van de inkomsten eigen bijdragen door de ingezette extramuralisering nog niet zichtbaar. Hierdoor een voordeel van € 0,2 miljoen.
Vooruitlopend op de landelijke ontwikkeling waarmee de centrumgemeentelijke taak voor beschermd wonen naar verwachting in 2020 komt te vervallen, voert de gemeente Wageningen een pilot uit. Gemeente Wageningen voert alle tot de beschermd wonen gerelateerde taken zelfstandig uit voor haar klanten. Hiertoe is een bedrag van circa € 2,5 miljoen overgemaakt. Dit is € 0,15 miljoen hoger dan begroot en vormt daarmee een nadeel.
Bij de afwikkelingen van de jaren 2015/2016 zien we ook nog significante voordelen van in totaal € 0,9 miljoen, waarbij vooral de bestedingen op de persoonsgebonden budgetten zijn achtergebleven. De verwachting hierbij is wel dat er nog verrekeningen van vooral het jaar 2016 gaan optreden.

Het voordelige resultaat is gestort in de centrumgemeentelijke reserve Beschermd Wonen.

Geweld in afhankelijkheidsrelaties (GIA)   € 87.000 V
Verrekenen met reserve   € 87.000 N
De bekostigingssystematiek bij geweld in afhankelijkheidsrelaties is afgelopen jaar veelvuldig regionaal besproken. Een dreigende overschrijding voor Ede door een gedateerde verdeelsystematiek is voorkomen. Het nu zichtbare voordelige resultaat wordt vooral veroorzaakt door lagere bestedingen van de meldcode en is verrekend met de reserve vrouwenopvang. In 2018 worden de kosten nog wel gemaakt en dan opnieuw verrekend met de reserve. Voor GIA  (regio's: Arnhem, Apeldoorn, Nijmegen en Ede) wordt in 2018 nog een bestuurlijk besluit genomen over de hoogte van het aandeel Ede 2018, waarbij door Ede ingestoken is op meer cliëntgebonden bekostiging. Vooralsnog lijkt dit binnen de bestaande middelen te kunnen worden gerealiseerd.

Werk en participatie
Sociale werkvoorziening (Act. 2017: € 550.000 N)   € 180.000 N
In april 2017 heeft u een werkbudget van € 500.000 beschikbaar gesteld voor aanvullende capaciteit, kennis en expertise die nodig was voor het uitwerken van de plannen, inrichten en operationaliseren van het Participatiebedrijf Ede. In de Actualisatie 2017 is een budget van € 550.000 genoemd voor opstartkosten die verband houden met de meer fysieke inrichting. Dit zijn kosten die nodig zijn om de organisatie op en in te richten, zoals aanschaf en inrichting van systemen en inrichten van werkplekken (huisvesting), zodat op 1 januari 2018 gestart kan worden met de dienstverlening aan de doelgroep. Doordat de implementatie niet volledig in 2017 is uitgevoerd is het nadeel kleiner dan in de halfjaarrapportage is aangekondigd.

Inkomensvoorziening
Algemene inkomensvoorzieningen   € 685.000 V
Vanaf juli is het klantenbestand in de bijstand gedaald met circa 50 uitkeringen. Hierdoor is het nadeel dat in de perspectiefnota was afgedekt verkleind met ruim € 300.000. Jaarlijks wordt de debiteurenpositie WIZ berekend, inclusief de benodigde omvang van de voorziening dubieuze debiteuren WIZ. Dit leidt tot een voordeel van € 385.000.